Brief van minister Edith Schipper d.d. 23 april 2015 waarin het programma ‘Grenzeloos Actief’ wordt aangekondigd.
Deze brief volgt op de toezegging van 16 oktober 2014 waarin de minister VWS het gehandicaptensportbeleid zou concretiseren.
De minister schrijft in haar brief aan de Tweede Kamer dat het kabinet in het Regeerakkoord heeft aangegeven dat iedereen makkelijk dichtbij huis moet kunnen sporten. Juist voor de mensen met een handicap is dat niet vanzelfsprekend.
Het aangekondigde nieuwe sport- en beweegbeleid heeft de titel ‘Grenzeloos Actief, maakt sporten en bewegen voor iedereen met een beperking mogelijk ’ meegekregen.
Dit programma bestaat uit vier sterk samenhangende pijlers. De partijen zetten zich er voor in dat na 2018 mensen met een beperking die willen sporten of bewegen passend en toegankelijk aanbod in de buurt kunnen vinden.
Pijler 1 en 4
Regionale samenwerkingsverbanden en het versterken van sport- en beweegaanbieders (MEE Nederland, Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Sportkracht12 en NOC*NSF)
Het gaat binnen deze pijlers om de match tussen de vraag naar sport- en beweegactiviteiten en het beschikbare aanbod. De beoogde resultaten zijn:
Mensen met een handicap en sport- en beweegaanbieders weten waar ze informatie kunnen vinden over de geschikte sport- en beweegmogelijkheden in de regio. Verschillende (oud) sporters en bekende Nederlanders zijn enthousiast om bekendheid te geven aan de makkelijk vindbare en actuele informatie over het aanbod.
Sociale wijkteams en andere toegangsvoorzieningen tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verwijzen mensen met een beperking actief door naar passend sport- en beweegaanbod in de regio.
Een landelijk dekkende structuur van ongeveer 434 regionale samenwerkingsverbanden waar vraag en aanbod gematched wordt en dat in 2019 zelfstandig gecontinueerd kan worden. De samenwerkingsverbanden komen tot stand door met maatwerk binnen de regio’s bestaande structuren op lokaal niveau te verbinden en te versterken.
Verbetering van het sport- en beweegaanbod op 4305 locaties binnen de regio’s. Met maatwerk binnen de regio’s wordt het aanbod op basis van de vraag vanuit de doelgroep en de interesse van de sport- en beweegaanbieder aangepakt. Dit resulteert in duurzame meerjarenplannen en activiteiten van aanbieders, met aandacht voor de kwaliteit, het kader en de accommodatie. De aanbieders werken samen met partijen uit de buurt en fondsen.
De minister geeft vervolgens aan dat het belangrijk is om doelgroepen te betrekken bij het proces en is daarom blij dat MEE Nederland bij de uitvoering betrokken is. Met de betrokkenheid van MEE Nederland wordt gezorgd voor een structurele versterking richting de doelgroep. Dit gebeurt zowel via individuele ondersteuningstrajecten als bijvoorbeeld via wijkteams, revalidatie-instellingen en speciaal onderwijs.
De volgende programma’s hebben ervoor gezorgd dat mensen met een handicap bereikt zijn:
Special Heroes
Revalidatie
Sport en Bewegen
Zo kan het ook!
VWS heeft subsidie gegeven aan Special Heroes, Revalidatie en Sport en Bewegen.
Pijler 2 Feiten en cijfers
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Stichting Onbeperkt Sportief, NISB, Sociaal en Cultureel Planbureau, Mulier Instituut en NOC*NSF)
Er is meer kennis nodig over de doelgroep en al beschikbare regionale en landelijke informatie moet beter gedeeld worden. Deze pijler richt zich op:
sturingsinformatie: om over structurele sturingsinformatie te beschikken worden enkele van de kernindicatoren sport uitgesplitst voor mensen met een beperking. Bijvoorbeeld de indicator over het beweeggedrag. Ook zijn er veel verschillende soorten beperkingen (motorisch, visueel, auditief, verstandelijk), die om verschillend beleid vragen. Met een betere koppeling van bestaande databronnen moet meer inzicht komen in de behoeften van en belemmeringen voor mensen met specifieke beperkingen;
specifieke matching informatie: een overzicht van het aanbod binnen een regio (welke sporten en beweegactiviteiten, voor welke beperkingen) en waar mensen met een specifieke beperking bereikt kunnen worden. De informatie over het aanbod wordt deels geleverd door de regionale samenwerkingsverbanden, en deels door landelijke informatie over bijvoorbeeld accommodaties en sportverenigingen. De kennisinstituten helpen met het inzichtelijk maken specifieke doelgroepen bereikt kunnen worden. Ook inventariseren en valideren zij goede voorbeelden van producten, trainingsmethodes en interventies;
Ontsluiting informatie via kennisportaal: de beschikbare kennis en informatie wordt gebundeld bij het Kenniscentrum Sport i.o.7 en ontsloten via het nieuwe kennisportaal. Doordat de informatie makkelijk vindbaar en publiek toegankelijk is, wordt versnippering tegengegaan en bevorderd dat iedereen toegang heeft tot de informatie. De kennis van het portaal is ook gemakkelijk te ontsluiten via lokale of regionale websites en sites van partnerorganisaties.
In opdracht van VWS heeft het RIVM op basis van de ‘Gezondheidsmonitor GGD-en, CBS en RIVM 2012’ het rapport ‘Beweeg- en sportgedrag van mensen met een chronische aandoening of lichamelijke beperking’ opgesteld. De basis van dit rapport is de GGD-Monitor onder 400.000 Nederlanders. Voor het eerst zijn nu op grootschalig niveau cijfers over mensen met een beperking en een chronische aandoening geanalyseerd.
De rapportage laat ook zien dat we nog veel minder weten over mensen met een beperking dan over mensen met een chronische aandoening.
De minister vraagt extra aandacht voor het vergaren van kennis over deze doelgroep in haar nieuwe beleidskader.
Pijler 3
Meer aandacht binnen het programma Sport en Bewegen in de Buurt (ZonMw, NISB, VSG en NOC*NSf)
Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt wenst de minister een bijgedragen te leveren aan een gezonde en actieve samenleving door mensen meer kansen te bieden om te sporten en bewegen. Er komt meer aandacht voor mensen met een beperking binnen dit programma door specifieker in te zetten op het sporten en bewegen van mensen met een beperking via de Sportimpuls en de inzet van buurtsportcoaches.
Om dit te bereiken worden de volgende stappen gezet:
- Iedere Sportimpuls aanvrager moet erkende interventies gebruiken. De ruim vijftien erkende interventies gericht op of geschikt voor mensen met een beperking worden beter onder de aandacht gebracht bij de aanvragers. Ook is de breed inzetbare interventie ’iedereen kan sporten’ (zie kader), na een succesvolle kwaliteitstoetsing, toegevoegd aan de erkende interventies.
- Lokale adviseurs ondersteunen Sportimpuls aanvragers. De kennis van deze adviseurs over gehandicaptensport wordt versterkt, zodat kansrijke initiatieven beter ondersteund worden.
- In de verschillende bijeenkomsten en communicatieproducten van het programma komt extra aandacht voor mensen met een beperking. Tijdens recent regionale ‘lerende netwerken sport en bewegen in de buurt’ en de bijeenkomst voor Sportimpuls adviseurs zijn de geschikte interventies en goede voorbeelden van succesvolle aanvragen al toegelicht.
- De partners informeren en stimuleren gemeenten om al dan niet gezamenlijk buurtsportcoaches in te zetten ten behoeve van de gehandicaptensport. Dit gebeurt onder meer met een handreiking met goede voorbeelden, zoals bewezen interventies en kosten-batenanalyses.
- De zogenaamde kwaliteitimpuls zorgt voor de kennisontwikkeling van de buurtsportcoaches met onder meer kennisproducten en instrumenten voor de coaches. Binnen de kwaliteitimpuls komt er een overzicht voor de buurtsportcoaches van relevante bijscholingsmogelijkheden en van tips en trucs rond sporten en bewegen voor mensen met een handicap.
Iedereen kan sporten
‘Iedereen kan sporten’ is één van de erkende interventies gericht op mensen met een beperking. Het is een methode voor het creëren van aangepast en/of geïntegreerd sportaanbod bij sportverenigingen. Het doel is mensen met een beperking structureel te laten sporten. Iedereen kan sporten bestaat uit een stappenplan die door de (vraaggerichte) vorm(en) van sport en doelgroep(en) lokaal op maat gemaakt wordt met specifiek sportaanbod. Sportbonden hebben ruim 35 soorten sportaanbod beschikbaar voor mensen met een motorische, visuele, auditieve, verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Denk bijvoorbeeld aan G-honkbal, Rolstoelbasketbal of Grenzeloos zwemmen. Het stappenplan is gebaseerd op de ervaringen met het beschikbare (aangepaste) sportaanbod van sportbonden, waaruit blijkt dat er vergelijkbare randvoorwaarden nodig zijn om lokaal tot de match tussen vraag en aanbod te komen. (bron: www.nocnsf.nl /samen sporten & www.netwerkinbeweging.nl )
Versterking van het programma
De doelstelling van het programma Grenzeloos Actief wordt breder omarmd. Ook met de relevante partijen die niet direct bij de uitvoering betrokken zijn, blijft VWS in gesprek over de inhoud van het programma en hun rol daarin. Het gaat om partijen zoals de PO raad , het Fonds Gehandicaptensport , Revalidatie Nederland , Ieder(in) en de Cruyff Foundation . Hiermee streeft VWS naar een verbinding met zo veel mogelijk partijen die dit programma kunnen versterken, en die daarmee het voorbeeld van het Fonds Gehandicaptensport en haar 1% FairShare partners willen volgen.
Financiën
Voor de uitvoering van dit beleid heb ik 6,6 miljoen euro tot en met 2018 beschikbaar. 2 miljoen hiervan is bestemd voor voortzetting van de huidige vervoersregeling gehandicaptensport. De minister gaat volgens haar brief aan de Tweede Kamer na hoe de vervoersregeling ingebed kan worden in de vernieuwde infrastructuur gehandicaptensport.
De verantwoordelijkheid voor passend sport- en beweegaanbod ligt bij lokale en regionale partijen. Voor een succesvolle borging van de regionale samenwerkingsverbanden na 2018 verwacht de minister dat ook gemeenten en (in mindere mate) provincies mensen of middelen zullen inzetten. Tevens daagt de minister alle partijen uit om lokaal zoveel mogelijk samenwerking te zoeken met fondsen en bedrijven om de middelen voor de uitvoering te vergroten.
Monitoring
Een stuurgroep bestaande uit MEE Nederland , VSG, NOC*NSF, Sportkracht12 en het Kenniscentrum Sport i.o. zorgt voor de monitoring en bijsturing van het programma. Met een jaarlijkse voortgangsrapportage zal de minister de Tweede Kamer informeren over de voortgang, het bereik en de uitkomsten van het programma. In ieder geval zal in de voortgangsrapportage terugkomen:
In hoeveel van de (43 Wmo-)regio’s regionale samenwerkingsverbanden zijn opgericht en daarmee actuele, accurate en eenduidige informatie laagdrempelig vindbaar is over het sport- en beweegaanbod in de regio voor mensen met een handicap.
Hoeveel sportverenigingen en andere aanbieders geregistreerd sport- en beweegaanbod bieden, toegankelijk voor mensen met een handicap.
Wat de uitkomsten zijn van de kernindicatoren gehandicaptensport.
Welke informatie ontsloten is via het kennisportaal rondom sporten en bewegen voor mensen met een beperking.
Hoeveel buurtsportcoaches ingezet worden, die zich richten op mensen met een beperking.
Hoeveel Sportimpuls aanvragen ingediend zijn gericht op het langdurig sporten en bewegen van mensen met een beperking.
Tot slot schrijft de minister van VWS in haar brief:
De uitvoeringspartijen zorgen met deze plannen voor een eenduidige en toch regionale aanpak. Zo hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Voor mensen met een handicap wordt actuele, accurate en eenduidige informatie over toegankelijke sport- en beweegmogelijkheden makkelijk vindbaar. Voor de gemeenten en aanbieders komt er meer informatie om gerichter het aanbod te versterken.
Zo geeft de minister met het programma Grenzeloos actief invulling aan het regeerakkoord door te bevorderen dat mensen met een beperking die willen sporten of bewegen passend en toegankelijk aanbod in de buurt kunnen vinden.
https://menukaart.sportenbeweeginterventies.nl/home.html?hide-popup=1
https://www.nocnsf.nl/home
https://www.netwerkinbeweging.nl/
https://www.poraad.nl/
https://www.fondsgehandicaptensport.nl/
https://www.revalidatie.nl/
https://iederin.nl/
https://cruyff-foundation.org/
https://www.mee.nl/
http://www.sportkracht12.nl/content
https://www.kenniscentrumsport.nl/
http://grenzeloos-actief.nl/